Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Doel Aristoteles. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Doel Aristoteles. Sorteren op datum Alle posts tonen

woensdag 7 december 2011

Doel

De meest intrigerende levensvraag voor mij als gelovige is: Wat is de bedoeling, de zin van alles om mij heen. Daarover breek ik mij al jaren het hoofd. Het atheïsme is een stuk gemakkelijker: er is geen doel, zingeving bepaal je zelf.
Waarom besloot God tot het scheppen van een kosmos; bood Hij de mogelijkheid van goed en kwaad, (ja, dat deed Hij) waarom de 'constructie' van genoegdoening of verzoening door Hemzelf in Zijn Zoon op aarde zoals dat is verwoord in de Bijbel? Waarom zo’n lange, lange lijdensweg van de mensheid om tot volmaaktheid (?) te komen.

'Does anybody know what we are living for'

Wat is het verschil tussen de eerste mensen en wij.
Adam en Eva kenden God als Metgezel, Vriend, Gesprekspartner, maar wisten niet tot hoever Gods liefde kon gaan. Wat echte liefde, naar Gods maatstaven dan, is. Dat weten wij wel, wij hebben het grootste voorbeeld in opofferende liefde gekregen in Jezus Christus. Dus om ons die Liefde en dat inzicht te leren was een zondeval wellicht nodig want ik zie in mijzelf en in mijn omgeving dat mensen in geestelijk opzicht pas iets lijken te gaan leren door ellende en narigheid.
Dan pas schijnt de mens enig inzicht te verwerven. Heel vervelend maar narigheid lijkt een noodzakelijk iets te zijn om inzicht in je eigen ego en in je medemens te krijgen.
Buiten dat: juist in deze wereld kunnen we idealen hebben, kunnen we streven naar volmaaktheid en perfectie en daarvan de lessen leren. Kunnen we leren ons in te zetten voor de ander, naar hen om te zien en met hen mee te lijden waar dat nodig is en leren we onze verantwoordelijkheid kennen.
Juist in dit tranendal kunnen we leren hoe we elkaar vergeven, krijgen we inzicht en leren we wat Liefde is. (Nu blijf ik wel het gevoel houden dat ik slechts de doelpalen verzet, maar dat komt wellicht een andere keer.)
Dat inzicht als ultiem doel werd voor mij op een gegeven moment het cruciale punt en toen kwam ik dit tegen:

Als dus van alle dingen de bestemming beter is dan het ding zelf
(want alles wat ontstaat komt tot stand vanwege een bestemming, en het doel is beter; ja het beste van alles),
en als de bestemming overeenkomstig de natuur datgene is wat in het proces van ontstaan uiteindelijk bereikt wordt bij een ononderbroken voltooiing daarvan;
en als het zo is dat bij de mens eerst het lichaam de voltooiing bereikt waarvoor het bestemd is, en pas later de ziel, en dat in zeker opzicht het betere altijd later komt dan het ontstaan zelf;
en als het ook zo is dat de ziel later komt dan het lichaam, en dat van wat in de ziel ontstaat het inzicht het laatste komt
(want we zien dat dit zich van nature bij mensen het laatst ontwikkelt, en het is om die reden dat dit het enige goed is waarop de ouderdom aanspraak maakt);
dan kan het niet anders of inzicht is onze natuurlijke bestemming, en het verwerven van inzicht is uiteindelijk het doel waarom wij ontstaan zijn. En als wij dan inderdaad bestaan, dan is het duidelijk dat het doel van ons bestaan is gelegen in het verwerven van inzicht en in het leren."

Aristoteles, Protrepticus

Ik ben de vrouw die met de grootste durf ontdekte , wat reeds lang tevoren ontdekt was.
(Met een knipoog naar G.K. Chesterton)

dinsdag 31 oktober 2017

Aristoteles



De laatste filosoof van een illuster trio dat zijn stempel heeft gedrukt op het westerse denken. Want dat maakt de filosofen die we behandelen tot grote denkers. Ze hebben invloed gehad en hun denken vertoonde kracht en samenhang
Aristoteles leefde van 384 – 322 BC.
Hij was een leerling van Plato maar ging zijn eigen denkweg.
De moraalfilosofie van Socrates en Plato vond hij te abstract, dat hielp de mensheid niet verder. Het ging volgens hem om het kennen uit de empirie, de ervaring. Niet vanuit een soort van innerlijke verlichting zoals Plato had bedacht in zijn ideeënleer maar gewoon vanuit de effectiviteit van de natuurlijke praktijk.



Tot Immanuel Kant die leefde van 1724 – 1804 bestond de filosofie uit (Kant was een ‘Kantelpunt’)
1. de kennis van alle goddelijke en menselijke zaken
2. ‘wetenschap’ oftewel systematische kennis
3. Wijsheid omtrent de eerste oorzaak en eind; het hoogste goed
4. De principes van het praktische leven.
De belangrijkste vragen waren:
Wat kan ik weten; wat is werkelijkheid en hoe moet ik handelen
Dit omvatte zo ongeveer alles: filosofie, wetenschap, theologie, wiskunde, politiek, logica en astronomie. Aristoteles heeft over alles nagedacht en beschreven. Jammer dat er veel verloren is gegaan. Er zijn wat oorspronkelijke stukken (exoterische) en er zijn aantekeningen door zijn leerlingen van zijn colleges. (esoterische)
Zijn syllogismes uit de logica is bekend en wordt nog steeds gebruikt om tot een geldige redenering te komen.

Waarom hebben zijn ideeën zo lang stand kunnen houden en doen ze dat soms nog?
Alles heeft een wezen; een onveranderlijke kern. Wanneer die is vastgelegd verandert dat niet meer. De mens verandert aan de buitenkant maar zijn wezen blijft hetzelfde. Wanneer die kern eenmaal was beschreven staat dat vast. En dat heeft Aristoteles over bijna alles gedaan.
Hypotheses opstellen zoals nu gebruikelijk is in de wetenschap waren not done want die komen uit de menselijke geest en waren niet gebaseerd op de empirie.
In de Renaissance kwam er weer meer belangstelling voor het oude denken en dat is te zien aan de schilder Rafaël die de mannenbroeders heeft vereeuwigd op een fresco in de Sixtijnse Kapel.
We waren er afgelopen maart en ik zag hem voor het eerst. De man in het midden met de vinger omhoog (de ideeën leer) en rode mantel is Plato. Aristoteles draagt de ‘Ethica’, richt zijn hand naar beneden en heeft een blauwe mantel. Een beetje links in een bruine mantel staat Socrates. Helemaal linksonder de schrijvende man is Pythagoras.

Over zo’n bijzonder veelzijdig mens valt natuurlijk nog veel meer te zeggen maar het is al prettig wanneer je de grote lijnen van zijn denken kunt onthouden.
Over het godsbewijs van Petrus Apianus uit 1539 bijvoorbeeld wat ook weer teruggreep op Aristoteles. De aarde is rond. Dat had Pythagoras al aangenomen. De goden zijn geesten en vormen de buitenste ring om de aarde. Mensen zijn geestelijke en lichamelijk en leven op het aardoppervlak. De ondermaanse dingen zijn beweeglijke en vergankelijk; de bovenmaanse zijn statische en eeuwig. Zij hebben zich in alles al gerealiseerd en hebben geen bewegend vermogen meer. De onbewogen Beweger.


Ik noem God altijd de Bewogen Beweger maar dan in een andere betekenis.
Grappig was wel dat we een stuk tekst te lezen kregen uit ‘Lof van de wijsbegeerte’.
Het riep herkenning bij mij op. En jawel, ik had het al eerder gebruikt in een blogje over het doel van het leven.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.







vrijdag 17 november 2017

Thomas van Aquino



Een filosoof/ theoloog die leefde van 1225 – 1274 in Italië.
Na Augustinus een grote sprong naar de middeleeuwen. In de westerse wereld tenminste.
In het oosten was er al eerder een filosofisch hoogtepunt. Ook beïnvloed door Socrates, Plato en Aristoteles. Vele werken zijn in de negende eeuw in het Arabisch vertaald en werd er een eigen islamitische draai aan gegeven. Bekende namen zijn Averroes en Avicenna.



Via het Arabische werden de oude werken weer vertaald in het Latijn en kwamen zo naar het westen.
Averroes, geboren in Cordoba dat toen onder Moorse invloed stond was een kenner van Aristoteles. De Mezquita van Cordoba met een eigen verhaal en een mix van Moorse en westers stijlen is wereldberoemd en een bezoek zeker waard. Wij waren er in 2011.

Thomas van Aquino was echter ook een kenner van Aristoteles; was het niet echt met Averroes eens en schreef zijn ‘Summa contra Gentiles’.
Op het bovenste plaatje ligt Averroes aan de voeten van Thomas. Links Aristoteles en rechts Plato.

Thomas bracht een synthese tot stand tussen Aristoteles en het christelijke geloof.
Zijn doel was het aantonen van de waarheid die de Katholieke kerk leerde. Hij had zich aangesloten bij de Dominicanen, een strenge orde. Om die reden is hij in de RK nog steeds zeer geliefd en werd zelfs genoemd in een encycliek van paus Leo XIII uit 1879, die handelde over het herstel van de christelijke wijsbegeerte naar de geest van Sint-Thomas van Aquino in de katholieke scholen. Het Neothomisme. De tegenpool van het moderne denken na Immanuel Kant.
(Franciscanen waren minder streng; daar hoorde bijvoorbeeld Duns Scotus bij)

Zijn verdere verdiensten liggen in het dogmatisch systematiseren van de Bijbel. En schreef zijn 'Summa Theologiae’ met de vijf Godsbewijzen.
Die periode, van de elfde tot de vijftiende eeuw staat bekend als de scholastiek. De theologie werd een wetenschap; kennis komt tot ons via de rede en via openbaringen. (de Bijbel)
Zij komen beide van God en kunnen elkaar dus niet tegenspreken.
En God werd een ambachtsman die individuele mensen maakt. Hij is Heer van de geschiedenis.
Net als bij Aristoteles degene die alles in beweging zet, de eerste Oorzaak.
Filosofie was nog steeds het vak waarin alle kennis ondergebracht werd. Behalve dat van dichters en magiërs. Maar de kopstudies theologie, medicijnen en recht kwamen steeds losser te staan van de filosofie.

Thomas van Aquino is op deze site al meer ter sprake gekomen maar zo leer ik er steeds wat meer bij.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.


20-11-17
In mijn cahier heb ik nog de opmerking staan: ‘in de maatschappij van Thomas kwam het individualisme op gang.’
Toen al.
Nog weer daarover nadenkend: heeft de idee van Anselmus van Canterbury, als grondlegger van de scholastiek daaraan misschien bijgedragen? Die satisfactietheorie waar ik eerder over schreef. Wat in onze tijd voor een groot deel de plaats ingenomen heeft van het triomferen van Christus over kwade machten.

dinsdag 28 november 2017

Epicurus


Epicurus leefde van 341 – 270 BC.
Hij zit naar mijn idee een beetje laat in de serie maar dat kan door logistieke problemen komen.
Waarom zit deze man in deze serie van kopstukken die veel invloed hebben gehad?
Hij was zo ongeveer de eerste empirist. Empirisch betekent proefondervindelijk en dat gaat in de kenleer en latere wetenschappen een grote rol spelen.
De ervaring en het verstand zijn de belangrijkste kenbronnen.
Hij hechtte veel waarde aan de zintuigelijk waarneming. Veel meer dan Plato en Aristoteles.
Eén grote aanname had hij wel en dat was die van het Atomisme.
Ik vind het nog steeds bijzonder dat men al zo vroeg die ideeën ontwikkelde. Pas in de twintigste eeuw ontdekte men dat atomen in nog kleinere deeltjes op te delen viel.
Zelf heeft Epicurus niet veel leerstelligheden nagelaten. Wat er van hem bekend is , is opgetekend door Titus Lucretius Corus. Op rijm. De Rerum Natura.

De aard der dingen is atomair en deze vallen voortdurend naar beneden op de platte aarde. Soms klonteren ze samen door afwijkingen in hun baan en zo ontstaan Clinamen. Vormen.

Voor goden behoeven we niet bang te zijn want die zijn al gelukkig en willen liever niet gestoord worden. Ze bemoeien zich niet met ons. Zo de waard zelf is......
Epicurus stichtte een school; ‘een tuin’ waarin zijn leerlingen en vrienden samenkwamen en waar ze werden onderwezen. Ik stelde me altijd een beschaduwd plekje voor waar Epicurus vanuit zijn hangmat zachtjes slingerend ‘wijze woorden’ sprak tot zijn gevolg.
Over de ‘eidola’ bijvoorbeeld, de fluïde materie zoals lucht, warmte en de materiele menselijke ziel.

Wij hebben verkeerde ideeën over van alles en daardoor ervaren we pijn.
Waar bij Aristoteles het hoogste doel nog succesvol handelen was met plezier als bijproduct was het bij Epicurus omgedraaid. Plezier hebben in het leven is het doel en de deugd is daartoe een instrument. Het draait om Ataraxie, onverstoorbaarheid. Ik moet denken aan de Stoïcijnen. Maar Epicurus was geen Stoïcijn want bij hem gebeurt alles random en de Stoïcijnen zijn strikt deterministisch.
Sober leven is het adagium want rijkdom geeft alleen maar zorgen en te veel eten alleen maar maagpijn. Altruïsme is hem vreemd of hij vormt het om tot egoïstisch gedrag. Hedonisme is in onze dagen een zeer bekend verschijnsel wat bij hem vandaan komt.
In vroeger dagen werd Epicurus afgeschilderd als een oppervlakkig mens. Daarom zat hij bij Dante ergens in de hellekringen.
In onze tijd zou hij het geweldig doen als promotor van het Zwitserleven gevoel.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



maandag 7 oktober 2013

Inzicht

Eens….heel lang geleden, ben ik tot de conclusie gekomen dat het ultieme doel dat God met ons leven heeft is om tot inzicht te komen en te leren wat Liefde is.
Dat staat allemaal in een eerder blogje .
Vorige week werd ik, terwijl we nota bene met het boek Prediker bezig waren geconfronteerd met verzen uit de Colossenzen brief.
Tot mijn stomme verbazing staat het daar gewoon zwart op wit!
Altijd overheen gelezen.
Naardense vertaling:
'opdat hun harten bemoedigd worden en zij in liefde samengevoegd blijven
en komen tot alle rijkdom van het volledige inzicht, tot kennis van het geheimenis van God,Christus, in wie alle schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn.'


Tot alle rijkdom van het volledige inzicht, tot kennis van het geheim van God, Christus
Dat is niet mis. Ook nog heel inspirerend om voor te leven. Voor mij dan.
Heeft de schrijver van deze brief het van de Griekse wijsgeren (Aristoteles in het andere blogje) overgenomen of was het in die tijd een algemeen denken?
Dan zijn we er wel ver vanaf geraakt.
Zelf ben ik grootgebracht met de abstracte kreet dat ons doel is om tot eer van God te leven. Wat dat dan precies inhield is mij nooit zo duidelijk geworden en is het nog steeds niet.
Tot inzicht komen en wijsheid verkrijgen is voor mij veel concreter. Misschien komt het allemaal wel op hetzelfde neer, Christus kennen, in wie alle wijsheid en kennis verborgen zijn maar deze woordkeus is directer en land bij mij een stuk beter.
Het wonderlijke is dat de concordantie van de Statenvertaling het woord ‘inzicht’ helemaal niet kent, meestal is het vertaald met ‘verstand’ maar wanneer je het intikt in de concordantie van de HSV .......dan gaat er een wereld open!
'Geef mij inzicht, dan zal ik Uw wet in acht nemen'.........Prachtig toch? Dat gaat naar mijn gevoel dieper dan alleen verstand. Er zijn zoveel mensen met verstand; IQ. Inzicht heeft te maken met IQ en EQ.

Zo vraag ik mij af of Eva daar ook al naar verlangde; dat inzicht.
Dat zij daarom naar die verboden vrucht reikte. Toch werden Adam en Eva gestraft terwijl God het kennelijk wél wil dat wij allen tot inzicht komen.
Greep ze te snel vooruit door tegen het gebod in te gaan? Maar wat is de dimensie ‘tijd’ voor Iemand als God, die daar buiten staat?
Is het theologisch verantwoord om de nadruk meer te leggen op de vormende (‘straffende’) hand van God in plaats van op de overtreding zelf en het geheel meer te zien in kosmische, evolutionaire leerprocessen die uiterst langzaam gaan?

Voorlopig valt er weer genoeg te denken.

woensdag 26 februari 2020

Westerse Cultuurgeschiedenis 1300 – 1500 IIa Filosofie.


Voorafgaand aan het jaar 1300 had je de Scholastiek. God vinden door middel van de wetenschap. Daar kwam heel geleidelijk verandering in.
Aristoteles; hervonden door Averoës, werd gezien als autoriteit in de zoektocht naar het Ware, het Goede en het Schone: de goddelijke deugden.
De retorica ontwikkelde zich.
William van Ockham (1288 – 1347) was één van de laatste scholastici en Franciscaner monnik.
In de Universalieen strijd, die ik al eerder heb genoemd, was hij noch realist noch nominalist maar conceptualist.
Zijn filosofie:

Niets mag gepostuleerd worden zonder een reden, tenzij het zelf-evident is (gekend door zichzelf), gekend middels de ervaring, of bewezen door de autoriteit van de Heilige Schrift.
Hieruit komt zijn beroemde scheermes:
Men mag niet besluiten tot meer entiteiten zonder noodzaak.
Tegenwoordig uitgebreid naar allerlei velden.
Theorieën over het bestaan van universalia zijn zelf-contradictoir of in elk geval in strijd met wat we (zelf evident) weten.
God is de enige waarlijk noodzakelijke entiteit; al het andere van de schepping is radicaal contingent (toevallig).
Immateriële entiteiten als God en engelen bestaan.
Abstracties als ‘de mensheid’ of ‘witheid’ zijn geen universalia maar wel zinvolle concepten. Zinvol, want zij verwijzen naar alle individuele mensen als geheel resp. de verzameling van alle dingen die wit zijn; geen universalia want er zijn net zoveel soorten witheid als er witte dingen bestaan, net zo veel ‘soorten’ mens als er mensen zijn.


William was een Franciscaner monnik en tegen bezit. De paus was daarom volgens hem geen ‘Immitatio Christi’, dus een ketter. ‘Het pauselijk rijk is door God ingesteld voor het welzijn van zijn onderdanen, niet voor eigen eer of voordeel, en moet daarom niet een rijk van ‘heerschappij’ maar van ‘dienstbaarheid’ worden genoemd’. (uit: Over de macht van keizers en pausen, 1347)
Het zal hem niet in dank zijn afgenomen.
Dan waren er nog meningsverschillen of Adam en Eva bezittingen hadden in het paradijs . Volgens de paus wel. Natuurlijk om zijn straatje/boulevard schoon te vegen, (mijn idee) maar volgens Ockham, als Franciscaner hadden ze alleen het vruchtgebruik.

In ‘de Naam van de Roos’ van Umberto Eco wordt deze Ockham nog ergens aangehaald door William van Baskerville bij zijn onderzoek naar de moorden in het klooster van Melk in 1327. Ook vindt daar een discussie plaats tussen de Franciscaners en afgezanten van de paus over rijkdom en armoede.
Kort geleden was de serie te zien op Canvas.

De tweede filosoof was Nicolaus Cusanus. (1401 – 1461) een realist.
Hij schreef de ‘pace fidei’ in 1453. Het Woord van God in gesprek met wijze mannen vanuit de hele wereld en van verschillende godsdiensten.
Conclusie: de onderlinge verschillen hebben allen te maken met verschillen in gebruiken. Deep down gelooft eigenlijk iedereen in hetzelfde.
In zijn ogen gebood God dat alle wijze mannen hun eigen naties zouden leiden naar de aanbidding in die ene waarheid en daarna zouden samenkomen in Jeruzalem om een eeuwige vrede te vestigen.
Volgens Bor en Petersma in 'de Verbeelding van het Denken' brak Cusanus definitief met de Scholastiek.
Volgens G. van den Brink in 'Oriëntatie in de filosofie' is de reden van de populariteit van Cusanus te danken aan zijn nadruk om in het spreken over God bescheidener te zijn. (p 144) Russell, in zijn 'geschiedenis van de Westerse filosofie, noemt hem helemaal niet.
De derde filosoof: Rodolphus Agricola Phrisius, (1443 – 1485 ) Rudolf Huisman in normaal Nederlands. Want hij is geboren in Baflo, vlakbij Groningen.
Twee filosofen waar ik nog nooit van gehoord had. Maar ja, dat is het geval met de meeste mensen die op deze aardkloot woonden en wonen.
Phrisius was een grondlegger van het Humanisme en Erasmus bewonderde hem.
Hij schreef een boek over de argumentatieleer, retorica en stijl maar die wijken nogal af van wat wij nu als correcte argumentatieregels hanteren. Hij was bijvoorbeeld voorstander van 'ad hominems' en het bespelen van onderbuikgevoelens wanneer dat nodig was om te overtuigen. Nu kom je daar niet meer mee weg.
Deze man kon ik alleen terugvinden bij 'Bor en Petersma'. (onder Agricola)

We hebben de theologie kennelijk helemaal losgelaten en gaan de vrijzinnig, humanistische kant op met de keuze van de te behandelen filosofen.

De vierde was Giovanni Pico della Mirandola (1463 – 1494) ook een humanist.
Pico della Mirandola was een volgeling van Savonarola en een beschermeling van Lorenzo de Medici. Hoe dat kan samengaan begrijp ik nog even niet want Savonarola bewerkstelligde de (tijdelijke) ondergang van de Medicifamilie.
Pico della Mirandola heeft betekenis doordat hij een criticus van de astrologie was, een kenner van de Kabbala en een vertegenwoordiger van het humanisme.
Hij schreef in 1487 ‘ Rede over de menselijke waardigheid’ met als doel een universele waarheid aan het licht te brengen door de tegengestelde filosofische en theologische gezichtspunten met elkaar te verzoenen.
Een syncretische manier van denken. Hiervoor organiseerde hij een openbaar debat in Rome waar paus Innocentius II niet blij mee was en er prompt een eind aan maakte.

We lezen ook van elke filosoof stukjes om de sfeer te proeven en van Mirandola vond ik dit wel een mooie zin:
‘…want niet de bast maakt de plant, maar de botte en ongevoelige natuur; niet de dikke huid maakt de dieren maar de redeloze zinnelijke aard; niet het bolvormig lichaam maakt de hemel maar het juiste inzicht; niet de scheiding van het lichaam maakt de engel maar de wijsheid van geest.' (Uit ‘Rede over de menselijke waardigheid’)


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, zoek er van alles bij en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.





woensdag 2 januari 2013

Argumenten voor het bestaan van God

Op 19 december was er een debat in het Arminius denkcafé tussen Emanuel Rutten en Maarten Boudry. De vraag was: “Bestaat God?”. Het debat is hier terug te vinden.

Er werd Rutten gevraagd naar mogelijke bewijzen voor het bestaan van God. Bewijzen zijn er echter niet, er zijn argumenten te bedenken die het aannemelijk kunnen maken dat God bestaat. (zie ook de nieuwe Christelijke dogmatiek par 2.2) Ooit moest ik de godsbewijzen van Thomas van Aquino (1225 – 1274) uit mijn hoofd leren. Om het even voor mezelf weer op een rijtje te krijgen:
Het kosmologisch godsbewijs van Thomas van Aquino is gebaseerd op een a-posteriori bewijs. Dat wil zeggen dat de manier van denken uitgaat van de zintuiglijke waarneming. Daaruit blijkt dat Thomas meer door Aristoteles is beïnvloed omdat deze ook meer uitging van de waarneming dan van de theoretische mogelijkheden. Aan de andere kant ‘werkt’ Thomas ook met het bestaan van God en een bovennatuurlijke wereld zoals ook Plato deed, door de tekst van Exodus (3: 14) in zijn ‘wegen’ te gebruiken. Het kosmologische godsbewijs (de vijf wegen) van Thomas is als volgt:
1. Elk gevolg moet een oorzaak hebben; er is dan noodzakelijk een eerste oorzaak, die noemen we God.
2. Niets kan zichzelf maken, er moet een eerste maker zijn die niet gemaakt is. (kosmologisch godsbewijs)
3. Ontleend aan de tekst in Exodus : God is het hoogste ‘zijnde’ , al het andere is daarvan afgeleid.
4. Om te weten wat goed en kwaad is moet er een norm zijn. Deze hoogste norm is God.
5. Vanuit de orde en doelgerichtheid van de schepping, en de behoefte tot doelgerichtheid moet er iets zijn wat deze doelen oplegt. Dat noemen we God. (teleologische godsbewijs)

Thomas verwierp het ontologisch godsbewijs van Anselmus omdat deze God wel definieerde als essentie (dat wat het is) maar niet als existentie. (bestaan) Je kunt wel eindeloos filosoferen over de essentie maar dan is dat nog geen bewijs van existentie.
Het ontologisch godsbewijs van Anselmus (1033 – 1109) is gebaseerd op een a-priori bewijs. Dat wil zeggen dat de manier van denken is gebaseerd op theorie. Theoretisch ging Anselmus uit van een transcendente werkelijkheid en is daarmee in zijn denken meer Platoons dan Aristoteliaans.
Het ontologische godsbewijs van Anselmus is als volgt: bedenk het allergrootste en allervolmaaktste wat gedacht kan worden. Groter dan dit denkbare is God. God is iets waarboven niets groters gedacht kan worden. Het is beter te bestaan dan niet te bestaan. Een niet bestaande God is kleiner dan een bestaande dus bestaat God.

Emanuel Rutten onderscheidt de argumenten in Kosmologische, Teleologische en Ontologische argumenten. Kosmologisch: elk gevolg heeft een oorzaak. Als het universum begonnen is te ontstaan, (en daar zijn de wetenschappers het over eens: er was een singulariteit 13,7 miljard jaar geleden,) dan moet er een oorzaak zijn van het universum. Dat moet dan ook de oorzaak zijn van alle tijd, ruimte en materie. Deze oorzaak moet zelf buiten de tjid en de ruimte bestaan en dus een transcendente oorsprong hebben. (ook het Kalam argument is hierop gebaseerd wat door William Craig kort geleden weer onder de aandacht is gebracht.)
Teleologisch: er is een orde, er zijn vaste natuurwetten kenbaar. Er moet dan een ontwerper zijn die deze wetten heeft verankerd. (intentionaliteit/ doelgerichtheid?) Ontologisch: dit is een a-priori argument, het staat los van de ervaring maar ontspruit puur aan het logische denken. Rutten noemde het argument van Plantinga: Als God mogelijk bestaat dan moet er een mogelijke wereld zijn waarin God bestaat. In die mogelijke wereld moet Hij noodzakelijk bestaan. Dus bestaat Hij ook noodzakelijk in alle mogelijke werelden, en dus ook in onze wereld.
Het is zo prettig als iemand in simpele bewoordingen dat allemaal kan benoemen.
Alleen: naar mijn idee klopt de eerste premisse van Plantinga niet. (hoor mij nou!) ‘Als God mogelijk bestaat dan moet er een mogelijke wereld zijn waarin God bestaat.’ Volgens mij is dit een non sequitur: het ene volgt niet logischerwijs uit het andere. Waarom zou het mogeijke bestaan van God in een mogelijke wereld moeten bestaan? Eigenlijk zou ik Plantinga zelf moeten lezen maar mijn Engels is niet van dien aard dat ik ingewikkelde filosofische thema’s met allerlei wiskundige formules adequaat kan volgen.

Rutten’s eigen argument* is heel kort als volgt: Premisse 1: ‘Al het mogelijk ware is mogelijk kenbaar’ en Premisse 2: ‘het is onmogelijk om te weten dat God niet bestaat’ dan volgt daaruit de conclusie dat God bestaat. Aan ieder die nu gaat proberen objecties te formuleren die ook zouden kunnen gelden in plaats van God kan in zijn proefschrift terecht waarin hij al die objecties weerlegt. In 'Radix' nr 3 van 2012 staat ook een uiteenzetting
Wel zei hij nog en dat ben ik met hem eens, het is wel een verschil is of je het hebt over het monster van Loch Ness of over God, Die de grond van de werkelijkheid is en een persoonlijkheid.

Boudry reageerde daarop dat Emanuel twee verschillende definities van kennis hanteert waardoor de conclusie niet meer klopt. Emanuel hanteert volgens Boudry een vorm van kennis die erg veeleisend is. Een Cartesiaanse vorm van kennis. Wanneer we die hanteren is er niets dat zeker is behalve voor alwetende wezens. Wij hebben alleen subjectieve kennis. (Mmm, volgens mij staat hierover ook een artikel in de laatste ‘Radix’ van Victor Gijbels met repliek van Emanuel. Die moet ik echter nog lezen.)
Tweede tegenwerping: we zouden een ander alwetend wezen kunnen postuleren. Het zou b.v. mogelijk kunnen zijn dat achter die God misschien wel een schrandere eenhoorn bestaat die God wijs maakt dat hij alwetend, almachtig en goed is. (Men spreekt in die filosofische wereld altijd over Almachtig, Alwetend en Algoed. Volgens mij is goed gewoon goed.)
Er valt weer genoeg na te denken.

In het vragenrondje kwam nog de boeiende vraag naar voren wat het doel van God zou kunnen zijn.
Rutten denkt ook in de richting van het uitdrukken van Liefde van God aan schepselen. Dat er actoren zijn die in vrijheid voor het goede kunnen kiezen en deel kunnen hebben aan die liefde.
Nog een boeiende opmerking kwam er van iemand die het geloof vaarwel heeft gezegd vanwege al het kwaad en het leed in de wereld. Door het leed en het kwaad in de wereld heeft God aan atheïsten het perfecte argument gegeven om niet te geloven.
Rutten gaf ook toe dat wanneer hij de kant van atheïsten zou moeten verdedigen hij ook juist dit argument zou inbrengen. Hij is bezig om dit te doordenken en zei ook, wat ik zelf ook heel belangrijk vind, dat wanneer je de emoties met betrekking tot dit probleem los maakt van het logische denken dat er dan heel veel over te zeggen en te verklaren valt.
Ik kijk uit naar zijn doordenking van dit onderwerp.

04-01-13 * In ‘Radix’ nr 3 staat een artikel van Emanuel over zijn argument voor het bestaan van God. Rutten noemt zijn eigen argument modaal-epistemisch. Het valt niet binnen de drie groepen die hij hierboven noemt.

01-02-13 Op Rutten's eigen site staat op 17 januari een powerpoint over de ontologische argumenten van Anselmus.